Hai,
Ik heb met belangstelling het stukje in de nieuwe Ouders van Nu (nr10 okt) gelezen over kolven. Een goed artikel in samenwerking met Myrte van Lonkhuijsen van het Borstvoedingscentrum.
Het stukje heet: De kunst van het kolven. Ik vond het hele artikel goed, realistisch maar toch positief gebracht. Het volgende stukje trok toch mijn aandacht:
Bij het geven van borstvoeding en bij kolven speelt de zogenaamde toeschietreflex een belangrijke rol. Die reflex ontstaat vlak nadat je je baby hebt aangelegd. Het zorgt ervoor dat de melk, die zich in de melkklieren achter in de borst heeft verzameld, naar de holtes vlak achter je tepelhof stroomt. Zonder toeschietreflex zou er wel melk uit je borst komen, maar niet genoeg voor de baby en ook zou het vooral voormelk zijn (met een laag vetgehalte). Als je baby aan je borst ligt, gaat de melk vanzelf stromen, maar als je gaat kolven moet je de reflex soms opwekken. Volgens Myrte van Lonkhuijsen van het Borstvoedingscentrum in Amsterdam moeten je verwachtingen vooral haalbaar zijn: "Stel geen onrealistische eisen aan het resultaat. Als je, na de voeding, in het begin 20 cc kolft van de melk die je kind heeft achtergelaten, is dat al prachtig. Als de melk niet meer stroomt, stop je gewoon met kolven. Later kun je het uitbouwen." Als je op je werk kolft, is het handig om dit te doen op het moment dat je je kind normaal borstvoeding zou geven. Maar je kunt daar wel flexibel mee omaan, want als je eenmaal aan het werk bent, zullen er momenten zijn dat je gewoon even niet kúnt kolven. Bijvoorbeeld als je midden in een vergadering zit. Dan doe je het gewoon ervoor of erna.
Heel concreet, maar gelijk ook een hart onder de riem! Hoeveel mensen zijn er al niet geschrokken van een (volgens hun) bedroevend lage opbrengst bij het kolven....
Heeft één van jullie dit artikel ook gelezen?
Groetjes Nynke